Tickets en vente le 4 avril à 10h
WARHAUS
29 november 2025 • OM
- Deuren • 19:00
- Warhaus
Warhaus
Twee jaar na het succesvolle Ha Ha Heartbreak keert Warhaus, het soloproject van Maarten Devoldere, terug met een nieuw album: Karaoke Moon. Voor degenen die zich de hartverscheurende sferen van het vorige album herinneren, zal de opener van Karaoke Moon, de eerste single “Where The Names Are Real”, verrassend zijn.
Het nummer begint ingetogen, met een onheilspellende akoestische gitaar en spookachtige achtergrondzang, alsof Devoldere aarzelt om zijn gevoelens te uiten. Maar binnen een minuut kan hij het niet langer inhouden: “Babe, I’m in love with you!” Hij brengt het met de zelfverzekerdheid van een ware crooner. Dan komen de swingende drums en de kenmerkende percussieve baslijn van Warhaus erbij, terwijl Devoldere’s zwoele parlando de luisteraar meeneemt in zijn liefdesverklaring. Zijn stem domineert dit album meer dan ooit en zou zelfs boeiend zijn als hij een telefoonboek voorlas. Gelukkig doet hij dat niet. In plaats daarvan horen we: “I promise you no dirty tricks.” Even vraag je je af: kan deze man vertrouwd worden? Maar je hebt geen andere keuze dan hem te geloven. Strijkers voegen zich bij het geheel, een aanstekelijk jaren ’80-orgel nestelt zich in je brein, en de achtergrondkoren stijgen steeds hoger. Zo laat het gloeiende en meesterlijk opgebouwde “Where The Names Are Real” de luisteraar verlangen naar de rest van Karaoke Moon. Terecht.
The Needle Drop
Devoldere had na twee jaar gedisciplineerd werken meer dan 50 nummers klaarliggen. Toen hij deze demo’s aan producer Jasper Maekelberg voorlegde, kreeg hij te horen: “Je kunt beter, Maarten. Dieper, verrassender, onderzoekender.” Tien jaar geleden zou hij dat niet hebben geaccepteerd. Maar met de tijd heeft Devoldere geleerd dat het loont om de juiste mensen te vertrouwen. Samen met Maekelberg werkte hij negen maanden intensief in een zolderstudio in Brugge. Het resultaat is het meest opwindende Warhaus-album tot nu toe.
Neem bijvoorbeeld de instrumentale verrassing “Jacky N”. Een eenvoudig pianomotief wordt naar wonderlijke hoogten getild door klassiek pianist Julien Libeer, ondersteund door een neuriënd mannenkoor en dromerige violen—het wacht gewoon op een bijpassende speelfilm. In “What Goes Up” lijkt het alsof je te maken hebt met een toxische dandy die samenzweerderig in het oor van zijn prooi fluistert. Een zwoele gitaar wandelt voorbij, handen in de zakken, op een bed van elektronica. Een groep strijkers gluurt om de hoek. Maar gaandeweg vraag je je af: luisteren we naar een zelfverzekerde macho of een impotente minnaar? “Down down, up, up,” zingt Sylvie Kreusch uitdagend mee. Het is niet het enige nummer op Karaoke Moon waarin Warhaus speelt met onze moderne opvattingen over mannelijkheid. Met subtiele humor ontwijkt Devoldere soepel ongemak en drijft hij de spot met zichzelf en zijn soortgenoten met dubbelzinnige scherpzinnigheid.
“I’m serving as your poet / among the other frauds,” zingt hij in “I Want More”. En later, in het licht epische “Jim Morrison”, bekijkt hij met sarcastisch plezier de (typische?) mannelijke weerstand tegen volwassen worden (Peter Pan-syndroom, iemand?). “It takes a man to love you, baby!” zingt hij met een soulvol mannenkoor. Maar over wie heeft hij het? Ons? Zichzelf?
Zo verbindt Karaoke Moon passie en speelsheid met een mysterieuze intensiteit. In “Zero One Code” maakt de Duitse schrijver Herman Hesse zijn opwachting, begeleid door jammerende blazers en een galmende bel die doet denken aan “Red Right Hand” van Nick Cave. In “Hands of a Clock” tovert Devoldere poëtische beelden tevoorschijn totdat hij zich voegt bij het koor in de rijk georkestreerde finale, waar het prachtig samensmelt met een pianomelodie. “I’m a child of the day and a child of the night / but they broke up and fought over me,” mijmert hij. “So the stars and the moon are the part only you get to see.”
Ja, vaak lijkt het alsof Devoldere schaduwboksen doet met zijn eigen gedachten, jonglerend met de brouwsels van zijn onderbewustzijn. Maar duister zelfonderzoek is niet alles. Bewijs hiervan is het verbluffende “No Surprise”, aanvankelijk een pompende disconummer in de demoversie, maar door producer Jasper Maekelberg getransformeerd tot een zwoele nachtclubtrack waarin aandachtige luisteraars de heupwiegende schaduw van Sade zullen herkennen, compleet met speelse, op orgel gebaseerde meezingrefreinen, opnieuw met Sylvie Kreusch in een prominente rol, die ogenschijnlijk onschuldig zingt: “O, no surprise you took my keys.” Alleen een koele kikker zou “No Surprise” kunnen uitzitten zonder nonchalant met de vingers te knippen.
Hoe dan ook, de meezingfactor is hoog. Misschien niet in Devoldere’s parlando, die soms tegen rap aanleunt, maar in de aanstekelijke melodieën die deze tirades afwisselen—een dynamiek die je vaak hoort in hiphop, maar zelden zo swingend als hier, ondersteund door falsetkoren; die zowel expansief als staccato, sexy of provocerend kunnen.